2. Zoek het luchtfilterhuis. Het is een zwarte plastic doos aan de bestuurderszijde van de motorruimte, bovenaan.
3. Maak het deksel van het luchtfilterhuis los. Op het deksel zitten twee clips. Gebruik een platte schroevendraaier om ze open te wrikken.
4. Verwijder het luchtfilter. Het is een rechthoekig stuk schuim of papier.
5. Inspecteer het luchtfilter op vuil, puin of schade. Als het luchtfilter vuil is, vervang het dan door een nieuw exemplaar.
6. Installeer het luchtfilter opnieuw. Zorg ervoor dat deze goed in de behuizing zit.
7. Sluit het deksel van het luchtfilterhuis. Klik de clips op hun plaats.
8. Sluit de motorkap van uw auto.