1. Controleer de bedrading: Zorg ervoor dat de bedrading naar de O2-sensoren goed vastzit en niet beschadigd is.
2. Controleer de zekering: Controleer de zekering voor de O2-sensoren om er zeker van te zijn dat deze niet is doorgebrand.
3. Wis de code: Mogelijk moet u de controlelampjecode wissen met een scantool of codelezer.
4. De ECU resetten: Als u de motorregeleenheid (ECU) reset, kan het controlelampje verdwijnen. Om dit te doen, koppelt u de batterij een paar minuten los en sluit u deze vervolgens weer aan.
5. Controleer op lekken: Controleer op eventuele lekkages in het uitlaatsysteem, omdat hierdoor het controlelampje kan gaan branden.
Als het controlelampje blijft branden nadat u de bovenstaande stappen heeft geprobeerd, is het raadzaam om uw voertuig te laten diagnosticeren door een professionele monteur om de oorzaak te achterhalen en een goede reparatie te garanderen.