1. Zoek de gaskabel. Het is meestal een zwarte kabel die van het gasklephuis naar het gaspedaal loopt.
2. Controleer de speling. Er moet wat vrije speling in de kabel zitten, ongeveer 1-2 millimeter. Als er geen speling is, is de kabel te strak. Als er te veel speling is, zit de kabel te los.
3. Stel de kabel af. Om de kabel strakker te maken, draait u de stelmoer met de klok mee. Om de kabel los te maken, draait u de stelmoer tegen de klok in.
4. Test de kabel. Start de motor en controleer of het stationaire toerental correct is. Als het stationair toerental te hoog is, staat de kabel te strak. Als het stationair toerental te laag is, zit de kabel te los.
Herhaal stappen 1-4 totdat de gaskabel goed is afgesteld.