- Dit voorkomt dat de auto start terwijl u eraan werkt.
2. Verwijder de voorwielen.
- Hiermee krijgt u toegang tot het stuurhuis.
3. Verwijder de spoorstanguiteinden.
- Dit zijn de twee metalen stangen die het stuurhuis met de wielen verbinden.
4. Verwijder de bouten waarmee het stuurhuis op zijn plaats zit.
- Aan weerszijden van het stuurhuis bevinden zich twee bouten.
5. Laat het stuurhuis zakken.
- Zorg ervoor dat u het niet laat vallen.
6. Verwijder de stuurbekrachtigingsslangen.
- Dit zijn de twee slangen die de stuurbekrachtigingspomp verbinden met het stuurhuis.
7. Verwijder het stuurhuis.
- Mogelijk moet u een koevoet gebruiken om het stuurhuis te verwijderen.
8. Installeer het nieuwe stuurhuis.
- Voer de stappen in omgekeerde volgorde uit die u hebt uitgevoerd om het oude stuurhuis te verwijderen.
9. Sluit de batterij aan.
- Start de auto en controleer op eventuele lekkages.
10. Neem de auto mee voor een proefrit.
- Controleer of de besturing goed werkt.