1. Problemen met het emissiecontrolesysteem:
- Defecte zuurstofsensoren.
- Problemen met de katalysator.
- Problemen met het verdampingsemissiecontrolesysteem, zoals lekkages of een defecte ontluchtingsklep.
2. Motorproblemen:
- Ontstekingsfouten als gevolg van versleten bougies, beschadigde bougiekabels of defecte bobines.
- Defecte brandstofinjectoren of problemen met het brandstofsysteem.
- Lekkages of andere problemen met het vacuümsysteem.
- Defecte luchtstroomsensor (MAF) of massale luchtstroomsensor (MAF).
3. Diverse oorzaken:
- Losse of losgeraakte gasdop.
- Defecte sensoren of schakelaars, zoals de koelvloeistoftemperatuursensor, de gasklepstandsensor of de zuurstofsensor.
- Lage vloeistofniveaus, vooral olie of koelvloeistof.
- Transmissieproblemen bij bepaalde Ford-modellen.
Wanneer het controlelampje gaat branden, wordt aanbevolen om het boorddiagnosesysteem (OBD) van het voertuig te scannen met behulp van een codelezer om de specifieke foutcode(s) te bepalen die aan het probleem zijn gekoppeld. De foutcode(s) kunnen vervolgens worden onderzocht om de mogelijke oorzaken te achterhalen en indien nodig verdere diagnostiek of reparaties uit te voeren.