1. Parkeer beide voertuigen op een veilige plaats, met de motoren uitgeschakeld en de parkeerremmen ingeschakeld. Zorg ervoor dat de voertuigen elkaar niet raken.
2. Sluit de startkabels aan. Begin door het ene uiteinde van de rode (positieve) startkabel aan te sluiten op de positieve (+) pool van de lege motoraccu, en het andere uiteinde op de positieve (+) pool van de goede motoraccu of autoaccu. Sluit vervolgens het ene uiteinde van de zwarte (negatieve) startkabel aan op de negatieve (-) pool van de goede accu en het andere uiteinde op een blank metalen oppervlak op het frame van de defecte motorfiets, niet in de buurt van de accu.
3. Start het goede voertuig en laat het een paar minuten draaien. Dit zal helpen om de lege motorfietsaccu op te laden.
4. Probeer de dode motorfiets te starten. Als hij start, laat hem dan een paar minuten draaien om de batterij verder op te laden.
5. Zodra de dode motorfiets loopt, koppelt u de startkabels los in de omgekeerde volgorde waarin u ze hebt aangesloten.
Hier zijn enkele aanvullende tips voor het starten van een motorfiets:
- Rook niet en creëer geen vonken in de buurt van de accu of startkabels.
- Laat de startkabels niet langer dan een paar minuten aangesloten, omdat dit de accu kan beschadigen.
- Als de motorfiets na een paar minuten niet start, stop dan met proberen en laat de accu testen.
Als u uw motorfiets niet kunt starten, moet u mogelijk de accu laten vervangen of opladen.
