Zorg ervoor dat het voertuig zich op een veilige locatie bevindt en dat de parkeerrem is ingeschakeld.
Zoek de starter. De starter bevindt zich meestal linksonder in de motor, bevestigd aan het transmissieklokhuis. Het is cilindrisch van vorm en heeft meestal een zwarte of zilveren afwerking.
Controleer de elektrische aansluitingen. Zorg ervoor dat de elektrische aansluitingen op de starter goed vastzitten. Als er sprake is van corrosie of schade aan de bedrading, kan dit ertoe leiden dat de starter niet goed werkt. Reinig en repareer eventuele beschadigde bedrading.
Controleer de bevestigingsbouten. Zorg ervoor dat de bevestigingsbouten van de starter goed vast zitten. Als de starter loszit, kan dit ervoor zorgen dat deze niet goed aangrijpt. Draai de bouten indien nodig vast.
Controleer de solenoïde. De solenoïde bevindt zich aan de boven- of zijkant van de starter. Het is het onderdeel dat verantwoordelijk is voor het naar buiten duwen van het starttandwiel om in contact te komen met het vliegwiel. Om de solenoïde te testen, kunt u:
Sluit het ene uiteinde van een testlamp of multimeter aan op de positieve pool van de batterij en het andere uiteinde op de solenoïdeterminal gemarkeerd met "S."
Draai de sleutel naar de "Start"-positie. Als het testlampje of de multimeter gaat branden, geeft dit aan dat de solenoïde stroom krijgt. Als dit niet het geval is, is er mogelijk een probleem met de bedrading van de solenoïde of de contactschakelaar.
Probeer de motor te starten. Als de starter niet aanslaat of als de motor niet aanslaat, moet u mogelijk de starter vervangen.
Let op:Als u zich niet op uw gemak voelt bij het uitvoeren van deze stappen of niet over het juiste gereedschap beschikt, is het raadzaam uw auto naar een gekwalificeerde technicus te brengen.