1. Zorg ervoor dat de motor goed wordt onderhouden:
Zorg ervoor dat het motorolie- en koelvloeistofpeil correct zijn, dat de bougies en luchtfilters schoon zijn en dat het gasklephuis en het inlaatsysteem vrij zijn van obstakels of overmatig vuil.
2. Diagnostisch hulpprogramma verbinden:
Sluit een diagnostisch hulpmiddel, zoals een OBD2-scanner of een fabrikantspecifiek hulpmiddel, aan op de diagnosepoort van uw voertuig. Met dit hulpmiddel kunt u bepaalde instellingen voor de motorregeling aanpassen.
3. Motor starten:
Start het voertuig en laat het stationair draaien, zodat het de normale bedrijfstemperatuur bereikt.
4. Toegang tot aanpassingen aan de motorbesturing:
Gebruik uw diagnosetool om toegang te krijgen tot de aanpassingen aan de motorregeling of de motorconfiguratieopties. Mogelijk vindt u een optie met het label 'Idle Speed Control' of 'Idle Speed Adjustment'.
5. Stationair toerental aanpassen:
Op het diagnosehulpmiddel zou u de huidige waarde voor het stationair toerental moeten zien. Volg de aanwijzingen om het stationair toerental aan te passen binnen het aanbevolen bereik van het voertuig, zoals vermeld in de specificaties van de fabrikant. Normaal gesproken ligt het stationaire toerental van een Chrysler Cirrus tussen 600 en 800 tpm.
6. Maak fijne aanpassingen:
Er kunnen kleine aanpassingen nodig zijn om het ideale stationaire toerental te vinden. Verhoog of verlaag de waarde van het stationair toerental in kleine stappen totdat de motor soepel en consistent op het gewenste toerental draait.
7. Codes opslaan en wissen:
Zodra u het gewenste stationaire toerental heeft bereikt, slaat u de nieuwe instellingen op het diagnosehulpmiddel op en wist u eventuele opgeslagen diagnostische foutcodes als deze tijdens het proces verschijnen.
8. Testrit en verifieer:
Maak een proefrit met het voertuig om er zeker van te zijn dat het stationaire toerental constant blijft en de motor goed presteert. Voer indien nodig verdere aanpassingen uit.
9. Diagnostisch hulpprogramma loskoppelen:
Koppel het diagnoseapparaat los van de poort van het voertuig nadat u alle aanpassingen hebt voltooid.
Houd er rekening mee dat het wijzigen van de instellingen van de motorregeling van invloed kan zijn op de algehele prestaties en emissies. Het is dus belangrijk om de aanbevelingen van de voertuigfabrikant op te volgen en eventuele aanpassingen te verifiëren met een professionele monteur als u zich zorgen maakt.