De ketting moet strak zitten, maar niet te strak. Als de ketting te los zit, kan deze van de tandwielen afspringen. Als de ketting te strak staat, kan dit onnodige slijtage aan de ketting en tandwielen veroorzaken.
2. Controleer op verbogen of beschadigde tanden op de tandwielen.
Eventuele schade aan de tandwielen kan ervoor zorgen dat de ketting losraakt. Als u beschadigde tandwielen aantreft, vervang deze dan onmiddellijk.
3. Zorg ervoor dat de ketting goed in de groeven van de tandwielen ligt.
Als de ketting niet goed zit, kan deze gemakkelijk loskomen.
4. Controleer op losse of beschadigde bouten of moeren op de kettingkast of het tandwieldeksel.
Door losse of beschadigde hardware kan de ketting loskomen.
5. Inspecteer de ketting op schade of slijtage.
Het is waarschijnlijker dat een versleten of beschadigde ketting loskomt dan een nieuwe of goed onderhouden ketting. Als u schade of slijtage constateert, vervang dan onmiddellijk de ketting.
6. Houd de ketting schoon en gesmeerd.
Een vuile of droge ketting zal eerder loskomen dan een schone en gesmeerde ketting. Reinig en smeer de ketting volgens de instructies van de fabrikant.
7. Overweeg een kettinggeleider toe te voegen.
Een kettinggeleider is een apparaat dat ervoor zorgt dat de ketting niet uit positie beweegt. Dit kan een nuttige toevoeging zijn voor vierwielers die in ruige omstandigheden worden gebruikt.