2. Verwijder het stuur. Draai het stuur zo dat de spaken horizontaal staan en verwijder de twee bouten waarmee het stuur op zijn plaats zit. Gebruik een stuurwieltrekker om het stuur te verwijderen.
3. Verwijder het frame van de contactschakelaar. Er bevinden zich twee schroeven aan de boven- en onderkant van de omlijsting van de contactschakelaar. Verwijder deze schroeven en wrik de rand los met een platte schroevendraaier.
4. Koppel de draden van het contactslot los. Er zijn twee connectoren die op de contactschakelaar kunnen worden aangesloten. Koppel deze connectoren los.
5. Verwijder de contactschakelaar. Plaats een platte schroevendraaier in de kleine gleuf aan de onderkant van het contactslot en wrik deze eruit. De contactschakelaar komt uit het dashboard.
6. Installeer de nieuwe contactschakelaar. Steek de nieuwe contactschakelaar in het dashboard en draai de sleutel naar de positie ``ON''. Als de schakelaar goed werkt, zet u deze op zijn plaats vast met de platte schroevendraaier.
7. Sluit de draden van het contactslot opnieuw aan. Sluit de twee connectoren aan die u in stap 3 hebt losgekoppeld.
7. Plaats het omhulsel van de contactschakelaar terug. Klik het frame van de contactschakelaar op zijn plaats en zet het vast met de twee schroeven.
8. Vervang het stuur. Plaats het stuur op de stuurkolom en zet het vast met de twee bouten.
9. Sluit de batterij opnieuw aan. Sluit de negatieve poolkabel aan op de negatieve pool van de accu en zet deze vast met de moer of bout.