*Zorg ervoor dat de motor is uitgeschakeld en dat de sleutel uit het contact zit. *
1. Zoek de diagnostische poort. Deze bevindt zich meestal onder het dashboard, vlakbij de voetenruimte aan de bestuurderszijde. Het is een kleine, rechthoekige poort met een plastic deksel.
2. Verwijder het deksel van de diagnosepoort.
3. Steek een verbindingsdraad in de poort. De jumperdraad moet worden aangesloten op pin 1 en 3 van de diagnosepoort.
4. Draai de sleutel naar de stand 'Aan'. Start de motor niet.
5. Wacht tot het controlelampje gaat branden. Dit kan enkele seconden duren.
6. Zodra het controlelampje gaat branden, draait u de sleutel naar de stand 'Uit'.
7. Verwijder de verbindingsdraad uit de diagnosepoort.
8. Plaats het deksel terug op de diagnosepoort.
9. Start de motor. Het controlelampje zou nu gereset moeten zijn.
Als het controlelampje niet opnieuw wordt ingesteld, is er mogelijk een probleem met het emissiesysteem van uw voertuig. U moet uw voertuig laten diagnosticeren door een gekwalificeerde monteur.