1. Controleer de batterijen.
* Zorg ervoor dat de batterijen van de zender goed zijn geplaatst en goed contact maken met de batterijpolen.
* Vervang de batterijen als ze zwak of leeg zijn.
2. Inspecteer de antenne.
* Zorg ervoor dat de antenne van de zender stevig is bevestigd en niet is beschadigd.
* Als de antenne kapot is of los zit, vervang deze dan door een nieuwe.
3. Reinig de zendercontacten.
* Maak de metalen contacten op de zender en de ontvanger voorzichtig schoon met een wattenstaafje gedrenkt in ontsmettingsalcohol of elektronicareiniger.
* Laat de contacten volledig drogen voordat u ze opnieuw aansluit.
4. Controleer de ontvanger.
* Zorg ervoor dat de ontvanger goed is aangesloten op de afstandsbedieningsauto.
* Inspecteer de ontvanger op tekenen van schade, zoals losse draden of kapotte onderdelen.
5. Test de zender en ontvanger.
* Zet de zender en ontvanger aan en controleer of de op afstand bestuurbare auto reageert op de signalen van de zender.
* Als de auto niet of met tussenpozen reageert, probeer dan de zender en ontvanger te koppelen of opnieuw te synchroniseren.
6. Neem contact op met de fabrikant.
*Als u de zender niet zelf kunt repareren, neem dan contact op met de fabrikant van de afstandsbediening van de auto voor verdere hulp.
* Zij kunnen mogelijk aanvullende tips voor probleemoplossing of reparatieopties geven.