1. Er zit een vreemd voorwerp vast in het loopvlak van de band: Controleer de band op spijkers, schroeven of andere voorwerpen die mogelijk in het loopvlak zijn blijven steken en tijdens het rijden naar buiten worden geslingerd.
2. Beschadigd loopvlak van de band: Versleten of beschadigd loopvlak, zoals insnijdingen of groeven, kunnen soortgelijke geluiden veroorzaken. Inspecteer het loopvlak van de band op afwijkingen.
3. Defect wiellager: Een defect wiellager kan knarsende of zoemende geluiden veroorzaken. Controleer op speling of wiebelen in het wiel wanneer de wielmoeren zijn losgedraaid maar nog steeds handvast zijn.
4. Losse of ontbrekende wielmoeren: Als de wielmoeren op de rechterachterband los zitten of ontbreken, kan het wiel wiebelen, waardoor bonkende of bonzende geluiden ontstaan. Controleer alle wielmoeren om er zeker van te zijn dat ze goed vastzitten.
5. Beschadigde remcomponenten: Verbogen remschijven of versleten remblokken kunnen tijdens het rijden schurende of piepende geluiden veroorzaken. Inspecteer de remschijven en remblokken op slijtage of schade.