Stap 1:Zoek de alarmcontrolemodule.
- De alarmregelmodule bevindt zich meestal onder het dashboard, achter de middenconsole of in de kofferbak van het voertuig.
- Raadpleeg de gebruikershandleiding van het voertuig of de specifieke documentatie van het alarmsysteem om de exacte locatie te vinden.
Stap 2:Koppel de voeding los.
- Zodra u de alarmregelmodule heeft gevonden, koppelt u de stroomtoevoer los door de hoofdconnector los te koppelen of de zekering te verwijderen die erop is aangesloten.
- Hierdoor wordt de stroomtoevoer naar het alarmsysteem, inclusief de sirene en andere componenten, uitgeschakeld.
Stap 3:Omzeil het alarmsysteem.
- Als u het voertuig moet starten terwijl het alarmsysteem is uitgeschakeld, kunt u dit omzeilen door de twee draden aan te sluiten die zijn aangesloten op de uitschakelschakelaar van de alarmregelmodule.
- Deze draden worden meestal aangeduid als 'ontwapenen' of 'valet'.
- Door deze twee draden met elkaar te verbinden, omzeilt u feitelijk de beveiligingsfunctie van het alarmsysteem en kan het voertuig starten zonder dat het alarm afgaat.
Stap 4:Sluit de voeding opnieuw aan.
- Zodra het alarmsysteem is uitgeschakeld en u het voertuig hebt gestart, sluit u de stroomtoevoer naar de alarmregelmodule weer aan door de hoofdconnector opnieuw aan te sluiten of de zekering te vervangen.
- Hierdoor wordt de stroom naar het alarmsysteem hersteld en wordt het weer actief.
Het is belangrijk op te merken dat het uitschakelen van het alarmsysteem van het voertuig de veiligheid van het voertuig in gevaar kan brengen en het gevoeliger kan maken voor diefstal. Daarom wordt aanbevolen om het alarmsysteem te laten repareren of vervangen als het niet goed functioneert, in plaats van het voor langere tijd uitgeschakeld te laten. Bovendien kunnen de exacte stappen om het alarmsysteem uit te schakelen variëren, afhankelijk van het specifieke model en bouwjaar van uw voertuig. Het is dus altijd het beste om de documentatie van het voertuig te raadplegen voor nauwkeurige instructies.