* 13 mm aansluiting
* 19 mm aansluiting
* Momentsleutel
* Voelermaat
* Tangen
* Schroevendraaier
1. Bereid de motor voor door deze volledig te laten afkoelen. Maak de negatieve accupool los. Verwijder vervolgens het luchtfilterhuis en de kleppendeksels.
2. Zoek de stelschroeven voor de klepspeling op de cilinderkoppen. Op elke cilinderkop bevinden zich twee schroeven, één voor de inlaatklep en één voor de uitlaatklep.
3. Gebruik de 13 mm dopsleutel om de borgmoeren op de stelschroeven voor de klepspeling los te draaien. Verwijder de borgmoeren niet volledig.
4. Gebruik de voelermaat om de klepspeling tussen de klepsteel en de tuimelaar te meten. De klepspeling moet 0,10 mm (0,004 inch) zijn voor zowel de inlaat- als de uitlaatkleppen.
5. Als de klepspeling niet binnen de specificaties valt, gebruik dan de 19 mm dopsleutel om de stelschroef voor de klepspeling te draaien om de klepspeling af te stellen. Draai de schroef met de klok mee om de klepspeling te verkleinen en tegen de klok in om de klepspeling te vergroten.
6. Zodra de klepspeling binnen de specificaties valt, draait u de borgmoeren op de stelschroeven voor de klepspeling vast.
7. Herhaal stappen 3-6 voor de overige kleppen.
8. Plaats de kleppendeksels en het luchtfilterhuis terug.
9. Sluit de negatieve accupool opnieuw aan.
10. Start de motor en controleer of deze goed werkt.