1. Bereid uw auto voor. Til de voorkant van het voertuig veilig op en ondersteun het chassis stevig met kriksteunen. Zoek de distributieriemafdekking, een metalen afdekking die de distributieriem omringt. Mogelijk moet u enkele onderdelen verwijderen, zoals de koelventilator van de radiateur of de compressor van de airconditioning, om toegang te krijgen tot het distributieriemdeksel.
2. Verwijder de distributieriemkap. Verwijder de bouten waarmee de distributieriemkap vastzit en wrik deze voorzichtig los. Let op hoe de kap is geplaatst, aangezien u deze op dezelfde manier opnieuw moet installeren.
3. Zoek de timingmarkeringen. Voordat u de distributieriem verwijdert, is het belangrijk om de merktekens op de nokkenas- en krukaspoelies te lokaliseren. Deze markeringen geven de juiste posities van de zuigers en kleppen aan en zorgen voor een goede werking van de motor.
4. Maak de spanrol los. Gebruik een sleutel om de bout van de spanrol los te draaien, waardoor de spanning op de distributieriem wordt opgeheven.
5. Verwijder de distributieriem. Verwijder voorzichtig de distributieriem van de poelies. Zorg ervoor dat u de riem intact houdt, aangezien u deze opnieuw installeert met dezelfde richting en spanning.
6. Inspecteer de distributieriem. Controleer de staat van de distributieriem op tekenen van barsten, slijtage of schade. Als de riem in slechte staat verkeert, moet deze worden vervangen.
7. Installeer de nieuwe distributieriem. Lijn de nieuwe distributieriem uit met de distributiemarkeringen op de nokkenas- en krukaspoelies. Begin met het installeren van de riem over de krukaspoelie, gevolgd door de nokkenaspoelies. Zorg ervoor dat de spanrol op zijn plaats zit en goed gespannen is.
8. Zet de spanrol vast. Gebruik een momentsleutel om de bout van de spanrol vast te draaien met het door de fabrikant opgegeven aanhaalmoment.
9. Plaats de distributieriemkap terug. Plaats de distributieriemkap voorzichtig terug en zet deze vast met de verwijderde bouten.
10. Verbind eventuele componenten opnieuw. Installeer alle onderdelen die u eerder hebt verwijderd, zoals de koelventilator van de radiateur of de airconditioningcompressor, opnieuw.
11. Laat het voertuig zakken. Laat het voertuig voorzichtig van de kriksteunen zakken en verwijder ze.
12. Start de motor. Start de motor en luister naar eventuele ongewone geluiden of trillingen. Als alles normaal lijkt, hebt u de distributieriem met succes vervangen.
Opmerking: Het is belangrijk om de specifieke onderhoudshandleiding van uw voertuig te raadplegen voor exacte instructies, aangezien sommige stappen kunnen variëren, afhankelijk van het model en het jaar van uw Honda Civic.