1. Draai de wielmoeren los op het wiel dat overeenkomt met de rotor die u wilt verwijderen. Verwijder de wielmoeren niet volledig.
2. Krik de auto op en zet hem stevig op een krik.
3. Verwijder de wielmoeren en verwijder het wiel.
4. Zoek de twee remklauwbouten aan de achterkant van de remklauwbeugel. Gebruik een sleutel om deze bouten los te draaien en te verwijderen.
5. Zodra de remklauwbouten zijn verwijderd, schuift u de remklauw van de rotor. Laat hem niet aan de remslang hangen.
6. Gebruik een koevoet of een platte schroevendraaier om tussen de rotor en de naaf te wrikken. Zorg ervoor dat u de rotor of de naaf niet beschadigt.
7. Zodra de rotor los zit, trekt u deze van de naaf.
Herhaal indien nodig stap 1-7 voor de andere remrotor.