- Motor slaat af of aarzelt
- Moeilijk starten van de motor
- Ruw stationair draaien
- Controleer of het motorlampje brandt
- Verminderde brandstofefficiëntie
Locatie van de krukaspositiesensor
De krukaspositiesensor bevindt zich op het motorblok, vlakbij de krukas. Het wordt meestal op zijn plaats gehouden door een enkele bout. De sensor is een klein, cilindrisch apparaat met aan één uiteinde een connector.
De krukaspositiesensor verwijderen en vervangen
1. Koppel de negatieve accupool los.
2. Zoek de krukaspositiesensor op het motorblok.
3. Verwijder de bout waarmee de sensor op zijn plaats wordt gehouden.
4. Koppel de elektrische connector los van de sensor.
5. Verwijder de sensor uit het motorblok.
6. Installeer de nieuwe sensor in omgekeerde volgorde van verwijderen.
7. Draai de bout vast waarmee de sensor op zijn plaats wordt gehouden.
8. Sluit de elektrische connector opnieuw aan op de sensor.
9. Sluit de negatieve accupool opnieuw aan.
De krukaspositiesensor testen
1. Koppel de elektrische connector los van de krukaspositiesensor.
2. Sluit een multimeter aan op de sensoraansluitingen.
3. Zet de multimeter op de stand "weerstand".
4. De weerstandswaarde moet tussen 500 en 1.000 ohm liggen.
5. Als de weerstandswaarde niet binnen dit bereik ligt, is de sensor defect en moet deze worden vervangen.
Tips
- Zorg ervoor dat u bij het vervangen van de krukaspositiesensor een nieuwe O-ring gebruikt.
- De O-ring helpt de sensor af te dichten en olielekken te voorkomen.
- Als u het niet prettig vindt om de krukaspositiesensor zelf te vervangen, kunt u dit door een gekwalificeerde monteur laten doen.