1. Verzamel gereedschappen en materialen:
- Sleutelset (metrisch en standaard)
- Tangen
- Remleidingsleutel
- Kruipolie (WD-40 of vergelijkbaar)
- Staalborstel
- Veiligheidsbril
2. Het voertuig voorbereiden:
- Parkeer het voertuig op een vlakke ondergrond.
- Schakel de parkeerrem in en blokkeer de wielen om te voorkomen dat het voertuig gaat rollen.
- Hef het voertuig indien mogelijk op met behulp van een krik en kriksteunen of oprijplaten, zodat u beter bij de remleidingen kunt komen.
3. Zoek de wielcilinder:
- Identificeer de wielcilinder die is bevestigd aan de achterplaat van de remtrommel of schijfrem.
4. Maak de remleiding los:
- Zoek de roestige remleiding die op de wielcilinder is aangesloten.
- Gebruik een remleidingsleutel om de flensmoer los te draaien die de remleiding met de wielcilinder verbindt.
- Breng kruipolie aan op de flensmoer en de omgeving als deze roestig is of vastzit.
- Ga door met het losdraaien van de flensmoer totdat deze volledig loskomt.
5. Verwijder de remleiding:
- Zodra de flensmoer is verwijderd, trekt u de remleiding voorzichtig weg van de wielcilinder.
- Zorg ervoor dat u de omliggende onderdelen niet beschadigt tijdens het verwijderen van de remleiding.
6. Maak het gebied schoon:
- Gebruik een staalborstel om het gebied rond de wielcilinder schoon te maken en eventuele roest en vuil te verwijderen.
7. Installeer een nieuwe remleiding:
- Leid een nieuwe remleiding in de wielcilinder.
- Draai de flaremoer met de hand vast totdat deze goed aansluit.
- Gebruik de remleidingsleutel om de flensmoer vast te draaien en zorg ervoor dat deze goed vastzit.
8. Remvloeistof bijvullen:
- Zodra de nieuwe remleiding is geïnstalleerd, vult u het remvloeistofreservoir bij tot het juiste niveau, zoals aangegeven in de gebruikershandleiding van uw voertuig.
9. Test de remmen:
- Nadat u de remleiding opnieuw heeft aangesloten en de remvloeistof heeft bijgevuld, test u de remmen door druk uit te oefenen op het rempedaal. Zorg ervoor dat het pedaal stevig en responsief aanvoelt.
10. Proefrit:
- Neem het voertuig mee voor een korte testrit om er zeker van te zijn dat de remmen goed werken. Luister of er ongebruikelijke geluiden zijn of voel of er afwijkingen zijn in de remwerking.
Veiligheidsvoorzorg:
- Remvloeistof is schadelijk als deze wordt ingeslikt of ingeademd, dus ga er voorzichtig mee om.
- Draag altijd een veiligheidsbril bij werkzaamheden aan remsystemen.
- Als de remleiding ernstig verroest of beschadigd is, kunt u om veiligheidsredenen overwegen om deze door een professionele monteur te laten vervangen.