1. De locatie van het ongeval: Als het ongeval midden op de rotonde heeft plaatsgevonden, is de kans groter dat de bestuurder die de rotonde opreed, schuldig was. Als het ongeval op één van de afritten van de rotonde heeft plaatsgevonden, is de kans groter dat de bestuurder die de rotonde verliet in fout was.
2. De bewegingen van de voertuigen: Ook de richting waarin elk voertuig reed kan worden gebruikt om de aansprakelijkheid te bepalen. Als een automobilist bijvoorbeeld linksaf de rotonde opreed en in botsing kwam met een automobilist die rechtdoor reed, is de kans groot dat de linksafslaande automobilist schuldig is.
3. De staat van de voertuigen: De schade aan elk voertuig kan ook aanwijzingen opleveren over wie de schuldige was. Als een bestuurder bijvoorbeeld van achteren is aangereden, is de kans groot dat de bestuurder die hem heeft aangereden de schuld heeft.
4. De getuigenissen van getuigen: Als er getuigen van het ongeval waren, kan hun getuigenis ook nuttig zijn om te bepalen wie de schuldige was.
In sommige gevallen kan de fout gedeeld worden tussen beide bestuurders. Als een automobilist bijvoorbeeld een rotonde oprijdt zonder voorrang te geven aan tegemoetkomend verkeer, en een andere automobilist slaagt er niet in om op de juiste manier voorrang te geven aan het verkeer dat zich al op de rotonde bevindt, dan kunnen beide bestuurders schuldig zijn.
Uiteindelijk is de beste manier om te bepalen wie de schuldige is bij een ongeval op een rotonde, het raadplegen van een gekwalificeerde advocaat die al het bewijsmateriaal kan bekijken en u van juridisch advies kan voorzien.