VC 22350 stelt dat "Niemand een voertuig op een snelweg mag besturen met een snelheid die hoger is dan redelijk of verstandig is, rekening houdend met het weer, de zichtbaarheid, het verkeer op en het oppervlak en de breedte van de snelweg, en in geen geval op een snelheid die de veiligheid van personen of goederen in gevaar brengt."
VC 22352 stelt dat "de bestuurder van een voertuig een ander voertuig niet dichterbij mag volgen dan redelijk en verstandig is, waarbij hij de nodige aandacht moet besteden aan de snelheid van dat voertuig en het verkeer op en de toestand van de rijbaan."