Zet de motor uit en laat hem afkoelen.
Open de motorkap.
Zoek het luchtfilterhuis. Het bevindt zich meestal in de motorruimte, vlakbij de bovenkant van de motor.
Maak het deksel van het luchtfilterhuis los.
Verwijder het oude luchtfilter.
Plaats het nieuwe luchtfilter.
Maak het deksel van het luchtfilterhuis weer vast.
Sluit de motorkap.
Het wordt aanbevolen om het luchtfilter elke 19.000 kilometer of eenmaal per jaar te vervangen, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet.