1. Voorbereiding:
- Zorg ervoor dat de Model T op een vlakke ondergrond staat en dat de parkeerrem is ingeschakeld.
- Maak uzelf vertrouwd met de locatie en functie van de startcomponenten:
- Vonkvervroegingshendel
- Gashendel
- Chokehendel
- Contactschakelaar
2. De motor starten:
- Open de brandstofklep onder de voorstoel zodat de brandstof naar de motor kan stromen.
- Beweeg de vonkvervroegingshendel volledig tegen de klok in naar de meest vertraagde stand.
- Zet de gashendel in de lage stationaire stand, meestal één tandje boven de volledig gesloten stand.
- Zet de contactschakelaar in de stand "Aan".
- Gebruik de handslinger om de motor rond te draaien. Houd de slinger stevig vast en draai hem stevig rechtsom totdat de motor begint te vuren en te draaien.
3. Choke en vonk afstellen:
- Terwijl de motor begint te draaien, stelt u de chokehendel indien nodig af om het lucht- en brandstofmengsel te regelen.
- Beweeg de vonkvoortgangshendel geleidelijk met de klok mee naar de volledig uitgeschoven stand.
- Ga door met het tornen van de motor totdat deze vanzelf soepel en consistent loopt.
4. Gaspedaal en stationair instellen:
- Zodra de motor draait, zet u de gashendel op een hoger stationair toerental om de motor soepel te laten draaien.
- Pas de vonkvervroegingshendel aan om de prestaties van de motor nauwkeurig af te stemmen en het brandstofverbruik te optimaliseren.
- Zorg ervoor dat de motor soepel stationair draait en niet afslaat of piekt.
5. Rijden met de Model T:
- Zodra de motor soepel draait, kunt u de lagesnelheidshendel inschakelen en met de Model T gaan rijden.
- Gebruik de gas- en vonkvervroegingshendels om het toerental en het vermogen van de motor indien nodig aan te passen.
Opmerking:Het is essentieel om voorzichtig te zijn bij het starten van een Model T, omdat de handslinger een krachtige terugslag kan genereren als de motor onverwachts aanslaat. Houd de crank altijd stevig vast en neem de nodige voorzorgsmaatregelen om letsel te voorkomen.