De batterij vervangen van een Volkswagen Passat uit 2002?

Hier volgen de stappen voor het vervangen van de batterij van een Volkswagen Passat uit 2002 :

1. Verzamel de benodigde materialen.

- Een nieuwe accu van het juiste formaat en type voor uw voertuig.

- Een sleutel of dopsleutel van 10 mm.

- Een paar handschoenen om je handen te beschermen.

- Veiligheidsbril om uw ogen te beschermen.

- Een accuborstel of staalborstel om de accupolen schoon te maken.

- Een blikje accureiniger of een mengsel van zuiveringszout en water.

2. Parkeer uw auto op een veilige plaats en zet de motor af.

Zorg ervoor dat de auto in de parkeerstand (voor automatische transmissie) of de eerste versnelling (voor handgeschakelde versnellingsbak) staat en dat de parkeerrem is ingeschakeld.

3. Open de motorkap van uw auto.

Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw voertuig voor instructies over hoe u dit moet doen.

4. Zoek de batterij.

Het bevindt zich meestal in de motorruimte, vlakbij de voorkant van de auto. De batterij is een zwarte rechthoekige doos met twee metalen polen, één positieve (+) en één negatieve (-).

5. Koppel de negatieve pool los.

Gebruik de 10 mm sleutel of dopsleutel om de moer los te draaien waarmee de negatieve poolkabel aan de accu is bevestigd. Zorg ervoor dat u de positieve pool niet aanraakt met de negatieve poolkabel, omdat dit een vonk kan veroorzaken.

6. Koppel de positieve pool los.

Gebruik de 10 mm sleutel of dopsleutel om de moer los te draaien waarmee de positieve poolkabel aan de accu is bevestigd. Zorg ervoor dat u de negatieve pool niet aanraakt met de positieve poolkabel, omdat dit een vonk kan veroorzaken.

7. Verwijder de oude batterij.

Til de oude batterij uit de batterijhouder. Zorg ervoor dat u hem niet laat vallen, omdat dit de batterij kan beschadigen.

8. Maak de accupolen schoon.

Gebruik de accuborstel of staalborstel om de accupolen schoon te maken totdat ze glanzen. Dit draagt ​​bij aan een goede elektrische verbinding.

9. Breng een dunne laag accuvet aan.

Breng een dunne laag accuvet aan op de accupolen om ze tegen corrosie te beschermen.

10. Installeer de nieuwe batterij.

Plaats de nieuwe batterij in de batterijhouder en zorg ervoor dat deze goed op zijn plaats zit.

11. Sluit de positieve pool aan.

Gebruik de 10 mm sleutel of dopsleutel om de moer vast te draaien waarmee de positieve poolkabel aan de accu is bevestigd.

12. Sluit de negatieve pool aan.

Gebruik de 10 mm sleutel of dopsleutel om de moer vast te draaien waarmee de negatieve poolkabel aan de accu is bevestigd.

13. Sluit de motorkap van uw auto.

14. Start uw auto.

Draai de sleutel in het contact en start uw auto. Als de auto start, is de accu succesvol vervangen.

15. Controleer de accuspanning.

Gebruik een voltmeter om de accuspanning te controleren. De spanning moet tussen de 12,6 en 14,7 volt liggen. Als de spanning te laag is, moet de batterij mogelijk worden opgeladen of vervangen.