2. Controleer het oliepeil. Als het oliepeil laag is, kan de oliebrander niet starten. Zorg ervoor dat de olietank vol is en dat er geen lucht in de olieleiding zit.
3. Controleer het luchtfilter. Een vuil luchtfilter kan de luchtstroom beperken en voorkomen dat de oliebrander start. Verwijder het luchtfilter en maak het schoon, of vervang het indien nodig.
4. Controleer het ontstekingssysteem. Het ontstekingssysteem is verantwoordelijk voor het ontsteken van de olie in de brander. Zorg ervoor dat de ontstekingsdraden goed zijn aangesloten en dat de bougie schoon en in goede staat is.
5. Controleer het brandermondstuk. Het brandermondstuk is verantwoordelijk voor het vernevelen van de olie, zodat deze goed kan branden. Zorg ervoor dat het brandermondstuk schoon is en vrij van obstakels.
6. Bel een servicemonteur. Als u de oliebrander niet opnieuw kunt starten, moet u mogelijk een servicemonteur bellen.