- Inlaatspruitstukpakkingset
- Waterpomppakking
- Kleppenset
- Motorontvetter
- Kunststof schraper
- Staalborstel
- WD-40
- Vodden
- Slang met mondstuk
Instructies:
Stap 1 – Verwijder het inlaatspruitstuk en de waterpomp:
- Koppel de negatieve accukabel los.
- Verwijder het luchtfilterhuis.
- Verwijder de carburateur of het gasklephuis.
- Verwijder de bovenste bouten van het inlaatspruitstuk.
- Verwijder de onderste inlaatspruitstukbouten en maak de inlaatspruitstukken los van de motor.
- Verwijder de waterpompbouten en verwijder de waterpomp van de motor.
Stap 2 – Reinig de inlaatkleppen en de verbrandingskamer
- Breng de ontvetter aan op de kleppen en verbrandingskamers.
- Laat het enkele minuten zitten.
- Gebruik de plastic schraper en de staalborstel om de koolstof en afzettingen te verwijderen.
- Afwassen met water.
- Verwijder overtollig water met vodden.
Stap 3 – Installeer de waterpomp en het inlaatspruitstuk opnieuw:
- Breng een dunne laag pakkingafdichtmiddel aan op de pakking van de waterpomp.
- Installeer de waterpomp en sluit de waterslangen aan.
- Breng een dunne laag pakkingafdichtmiddel aan op de pakking van het inlaatspruitstuk en installeer het spruitstuk.
- Sluit de brandstof- en vacuümleidingen aan en vervolgens de gasklepverbinding.
- Installeer de carburateur of het gasklephuis en het luchtfilterhuis opnieuw.
- Sluit de negatieve accukabel opnieuw aan.
Stap 4 – Voeg WD-40 toe aan de cilinders:
- Verwijder alle bougies.
- Spuit een kleine hoeveelheid WD-40 in elke cilinder.
- Laat de cilinders enkele uren of indien mogelijk een hele nacht weken.
Stap 5 - Draai de motor:
- Bevestig de bougies en bougiekabels opnieuw.
- Draai de motor met de hand rond (met behulp van de krukaspoeliebout). Verschillende rotaties zullen helpen om de WD-40 rond te werken.
- Zorg ervoor dat de motor vrij kan draaien.
Stap 6 - Start en laat de motor draaien:
- Probeer de motor te starten.
- Laat het een paar minuten draaien. Als de motor onregelmatig loopt, laat hem dan op een hoger stationair toerental draaien.
- Zet de motor uit en laat hem afkoelen.
- U kunt ook een fles kleppenreinigingsmiddel in de benzinetank doen en/of een injectorreiniger aan de benzine toevoegen.
Tips:
- Zorg ervoor dat u alle koolstof en vuil uit de inlaatkleppen en de verbrandingskamers verwijdert.
- Als de kleppen vastzitten, of als de motor nog steeds onregelmatig loopt nadat u de bovenstaande stappen heeft gevolgd, moet u mogelijk een monteur de motor laten inspecteren op verdere problemen.
- Er kan ook een chemisch kleppenreinigingsproduct worden gebruikt om vastzittende kleppen te helpen verwijderen.