1. Zoek de brandstofinjectoren. Ze bevinden zich bovenaan de motor, vlakbij het inlaatspruitstuk.
2. Verwijder de kabelboom van de brandstofinjector. Het is de elektrische connector die op de bovenkant van elke injector wordt aangesloten.
3. Gebruik een multimeter om de weerstand van elke injector te testen. De weerstand moet tussen de 12 en 15 ohm liggen.
4. Als de weerstand niet binnen de specificaties valt, vervang dan de injector.
5. Installeer de kabelboom van de brandstofinjector opnieuw.
Hier zijn enkele aanvullende tips voor het controleren van brandstofinjectoren:
- Als u geen multimeter heeft, kunt u ook de brandstofinjectoren controleren door te luisteren naar een klikkend geluid wanneer u de sleutel naar de stand "ON" draait. Als u geen klikgeluid hoort, is de injector mogelijk verstopt of defect.
- Je kunt de brandstofinjectoren ook controleren door een kleine hoeveelheid startvloeistof in het inlaatspruitstuk te spuiten. Als de motor start, betekent dit dat de brandstofinjectoren goed werken.
Ik hoop dat dit helpt!