1. Controleer de aftakasschakelaar. De PTO-schakelaar (aftakas) is verantwoordelijk voor het inschakelen van de messen. Zorg ervoor dat de aftakasschakelaar is ingeschakeld.
2. Controleer de aftakaskoppeling. De aftakaskoppeling is verantwoordelijk voor het overbrengen van het vermogen van de motor naar de messen. Als de aftakaskoppeling niet is ingeschakeld, draaien de messen niet.
3. Controleer de riem. De riem is verantwoordelijk voor het aandrijven van de messen. Als de riem kapot is of slipt, draaien de messen niet.
4. Controleer de mesassen. De mesassen zijn verantwoordelijk voor het op hun plaats houden van de messen. Als de mesassen beschadigd of verbogen zijn, draaien de messen niet.
5. Controleer de motor. Als de motor niet goed draait, draaien de messen niet. Zorg ervoor dat de motor brandstof en vonk krijgt, en dat het luchtfilter schoon is.
Als u al deze zaken heeft gecontroleerd en het mes nog steeds niet wil draaien, moet u uw maaier naar een gekwalificeerde reparatiewerkplaats brengen.