- Nieuw oliefilter (Volvo onderdeelnummer 30781273 of gelijkwaardig)
- Nieuwe olieaftapplugring (Volvo onderdeelnummer 999731 of gelijkwaardig)
- Olieopvangbak
- Koker
- Moersleutel
- Oliefiltersleutel
- Veiligheidsbril
- Handschoenen
Instructies:
1. Het voertuig voorbereiden. Parkeer het voertuig op een vlakke ondergrond en schakel de parkeerrem in. Zet de motor uit en laat hem afkoelen. Schakel de noodrem in. Til de voorkant van de grond om toegang te krijgen tot de olieaftapplug.
2. Zoek de olieaftapplug. De olieaftapplug bevindt zich aan de onderkant van het oliecarter. Het is een bout van 17 mm.
3. Plaats de olieaftapbak onder de olieaftapplug. Zorg ervoor dat de pan groot genoeg is om alle olie op te vangen die eruit loopt.
4. Draai de olieaftapplug los. Gebruik de sleutel om de olieaftapplug los te draaien. Zorg ervoor dat u de bout niet in het oliecarter laat vallen.
5. Laat de olie weglopen. Laat alle olie uit het oliecarter lopen. Dit kan enkele minuten duren.
6. Vervang de olieaftapplug. Zodra alle olie is afgetapt, vervangt u de olieaftapplug. Draai de plug vast totdat deze goed vastzit.
7. Zoek het oliefilter. Het oliefilter bevindt zich bovenaan de motor. Het is een cilindervormig object met een zwarte dop.
8. Verwijder het oliefilter. Gebruik de oliefiltersleutel om het oliefilter los te maken. Zorg ervoor dat u geen olie morst.
9. Breng een dunne laag nieuwe olie aan op de pakking van het nieuwe oliefilter. Dit zal helpen om een afdichting te creëren en lekken te voorkomen.
10. Het nieuwe oliefilter vastschroeven. Draai het oliefilter met de hand vast totdat het goed aansluit. Draai het oliefilter niet te vast.
11. Voeg nieuwe olie toe aan de motor. Gebruik de trechter om nieuwe olie aan de motor toe te voegen. De olievuldop bevindt zich aan de bovenkant van de motor. Voeg de hoeveelheid olie toe die is aangegeven in de gebruikershandleiding.
12. Controleer het oliepeil. Gebruik de peilstok om het oliepeil te controleren. Het oliepeil moet tussen de markeringen "full" en "add" op de peilstok staan.
13. Start de motor. Laat de motor een paar minuten draaien. Hierdoor circuleert de nieuwe olie door de motor.
14. Controleer op lekken. Kijk onder het voertuig op eventuele lekkages. Als u lekkages opmerkt, draai dan de olieaftapplug of het oliefilter vast totdat de lekkage stopt.
Tips:
- Zorg ervoor dat u het juiste type olie voor uw voertuig gebruikt. Het juiste olietype staat vermeld in de gebruikershandleiding.
- Vervang het oliefilter telkens wanneer u de olie ververst.
- Recycle oude olie en filters bij een plaatselijk recyclingcentrum.