Bij een dieselmotor meet de MAP-sensor de druk in het inlaatspruitstuk. Deze informatie wordt door de elektronische regeleenheid (ECU) van de motor gebruikt om de hoeveelheid brandstof te berekenen die in de cilinders moet worden geïnjecteerd. Door de MAP te meten, kan de ECU ervoor zorgen dat de motor met de juiste lucht-brandstofverhouding werkt.