* Inspecteer het voertuig voor en na elke rit om er zeker van te zijn dat het in een veilige staat verkeert.
* Volg alle verkeerswetten en -voorschriften.
* Rijd veilig en verantwoord, rekening houdend met de grootte en het gewicht van het voertuig.
* Houd rekening met de kans op ongelukken en onderneem stappen om deze te voorkomen.
2. Laden en lossen
* Laad en los het voertuig veilig en zeker.
* Zorg ervoor dat de lading gelijkmatig verdeeld is en dat het voertuig niet overbeladen is.
* Gebruik de juiste uitrusting en technieken om het voertuig te laden en lossen.
3. Papierwerk
* Voltooi al het vereiste papierwerk, inclusief reisrapporten, logboeken en manifesten.
* Houd nauwkeurige gegevens bij van alle werkgerelateerde uitgaven.
* Lever al het papierwerk op tijd in.
4. Communicatie
* Communiceer regelmatig met de coördinator en andere chauffeurs.
* Meld eventuele problemen of zorgen onmiddellijk.
* Vloeiend Engels kunnen spreken en begrijpen.
5. Fysieke fitheid
* In staat zijn zware voorwerpen op te tillen en te verplaatsen.
* Lange tijd kunnen staan.
* Kunnen werken in alle soorten weersomstandigheden.
* In staat zijn een lichamelijk onderzoek af te leggen.
6. Anders
* Zelfstandig kunnen werken.
* In teamverband kunnen werken.
* Problemen kunnen oplossen.
* Stressbestendig zijn.
* Flexibele uren kunnen werken.