2. Controleer de brandstofstroom. Dit kunt u doen door de brandstofleiding los te koppelen van de brandstofinjectorrail en de contactsleutel naar de stand "ON" te draaien. Brandstof moet uit de leiding stromen. Als dit niet het geval is, werkt de brandstofpomp mogelijk niet goed.
3. Luister naar de brandstofpomp. De brandstofpomp moet een zoemend geluid maken als deze draait. Als u de brandstofpomp niet hoort draaien, werkt deze mogelijk niet goed.
4. Controleer het brandstoffilter. Een verstopt brandstoffilter kan de brandstofstroom beperken en ervoor zorgen dat de brandstofpomp harder werkt. Controleer het brandstoffilter en vervang het als het verstopt is.
Als u vermoedt dat de brandstofpomp niet goed werkt, kunt u deze laten testen door een gekwalificeerde monteur.