1. Het voertuig voorbereiden. Parkeer het voertuig op een vlakke ondergrond en zet de motor af. Schakel de parkeerrem in.
2. Zoek de aanpassingspunten voor de uitlijning. De afstelpunten voor de uitlijning bevinden zich bij de Passat op de voor- en achteras. Op de vooras bevinden ze zich aan de onderkant van de veerpootbehuizingen. Op de achteras bevinden ze zich op de onderste draagarmen.
3. Maak de afstelbouten voor de uitlijning los. Gebruik een sleutel om de stelbouten voor de uitlijning op de voor- en achteras los te draaien. U moet ze voldoende losdraaien zodat de bouten gemakkelijk met de hand kunnen worden gedraaid.
4. Pas de uitlijning aan. Gebruik een uitlijnrek om de uitlijning van het voertuig aan te passen. Volg de instructies op het uitlijningsrek om de nodige aanpassingen uit te voeren.
5. Zet de stelbouten voor de uitlijning vast. Zodra de uitlijning is aangepast, draait u de afstelbouten voor de uitlijning vast. Zorg ervoor dat de bouten stevig zijn vastgedraaid.
6. Proefrit met het voertuig. Maak een proefrit met het voertuig om er zeker van te zijn dat de uitlijning correct is. Het voertuig moet recht en recht rijden, zonder te trekken of te dwalen.
* Als u er niet zeker van bent dat u deze taak kunt uitvoeren, kunt u het voertuig het beste naar een gekwalificeerde monteur brengen om dit te laten doen.