2. Controleer de sproeiervloeistofslangen. Zorg ervoor dat ze niet geknikt of geblokkeerd zijn.
3. Controleer de sproeiervloeistofpomp. De pomp bevindt zich meestal in de motorruimte. Luister of de pomp wordt ingeschakeld wanneer u de ruitenwissers activeert. Als u de pomp niet hoort, is deze mogelijk defect en moet deze worden vervangen.
4. Controleer de wisserbladen. Zorg ervoor dat ze niet versleten of beschadigd zijn. Als dit het geval is, vervang ze dan.
5. Controleer de ruitenwissermotor. De ruitenwissermotor bevindt zich meestal onder het dashboard. Luister of de motor aangaat wanneer u de ruitenwissers activeert. Als u de motor niet hoort, is deze mogelijk defect en moet deze worden vervangen.
Als u al deze dingen heeft gecontroleerd en de ruitensproeiermotor nog steeds niet werkt, moet u uw auto naar een monteur brengen voor verdere diagnose en reparatie.
