2. Controleer de raammotor. De raammotor is verantwoordelijk voor het aandrijven van de raamregelaar. Als de motor beschadigd is, kan deze mogelijk niet voldoende stroom leveren om het raam helemaal omhoog te tillen. Om de motor te controleren, sluit u een 12 volt voedingsbron rechtstreeks op de motor aan. Als de motor niet werkt, moet deze worden vervangen.
3. Controleer de raamschakelaar. De raamschakelaar is de bediening waarmee u de ruit omhoog en omlaag kunt brengen. Als de schakelaar beschadigd is, kan deze mogelijk niet het juiste signaal naar de raammotor sturen. Om de schakelaar te controleren, test u de schakelaar met een multimeter. Als de schakelaar niet goed werkt, moet deze worden vervangen.
4. Controleer de raamsporen. De raamrails zijn de kanalen waarin het raam op en neer schuift. Als de rails beschadigd of vuil zijn, kunnen ze voorkomen dat het raam vrij kan bewegen. Gebruik een stofzuiger en een borstel om de rails schoon te maken. Als de rupsbanden beschadigd zijn, moeten ze worden vervangen.
5. Reset de raammotor. Soms kan de raammotor eenvoudigweg "vastlopen". Om de motor te resetten, koppelt u de accu een paar minuten los en sluit u deze vervolgens weer aan. Hierdoor wordt de motor gereset en kan deze weer goed functioneren.