1. Lege brandstoftank: Zorg ervoor dat er voldoende brandstof in de tank zit.
2. Verstopt brandstoffilter: Vervang het brandstoffilter indien nodig.
3. Defecte brandstofpomp: Controleer de werking van de brandstofpomp.
Elektrische problemen:
4. Lege batterij: Test de batterij en vervang deze indien nodig.
5. Defecte startmotor: Controleer de starteraansluitingen en de solenoïde.
6. Defect ontstekingssysteem: Onderzoek de bougies, kabels en verdeler (indien van toepassing).
7. Defecte contactschakelaar: Probeer de sleutel heen en weer te draaien om te zien of deze los zit.
Mechanische problemen:
8. Problemen met de distributieriem: Controleer de distributieriem op juiste uitlijning.
9. Fout in motoronderdeel: Versleten of beschadigde motoronderdelen kunnen het starten verhinderen.
Sensorproblemen:
10. Defecte krukaspositiesensor (CKP): Controleer de aansluiting en functionaliteit van de sensor.
11. Defecte nokkenpositiesensor (CMP): Inspecteer de sensordraden en aansluitingen.
Beveiligingssysteem:
12. Problemen met startonderbreker: Zorg ervoor dat het startonderbrekersysteem goed werkt.
Aanvullende tips:
- Gebruik een diagnostisch hulpmiddel (OBD-scanner) om eventuele foutcodes te controleren.
- Controleer of er een veiligheidslampje knippert wanneer u probeert te starten.
- Probeer de auto te duwen of te slepen om te zien of deze start (handgeschakelde versnellingsbak).
- Houd altijd rekening met het "Check Engine"-lampje of de waarschuwingsindicatoren op het dashboard.