De politieagent vergelijkt de gegevens op uw rijbewijs met uw fysieke verschijning en andere vormen van identificatie (indien nodig) om te verifiëren dat het rijbewijs van u is en dat u de persoon bent die erop staat.
2. Geldigheid en status van de licentie:
De officier controleert of uw rijbewijs nog geldig is en niet is verlopen, geschorst of ingetrokken. Een opgeschorte of ingetrokken vergunning is een ernstig misdrijf en kan juridische gevolgen hebben.
3. Licentieclassificatie en goedkeuringen:
De politieagent onderzoekt of u op grond van de klasse van uw rijbewijs het type voertuig mag besturen dat u bestuurt. Met een rijbewijs Klasse C mag u bijvoorbeeld een gewone auto besturen, terwijl voor het besturen van zware voertuigen een rijbewijs Klasse A vereist is. Aantekeningen op uw rijbewijs, zoals motorrijbewijzen of CDL-aantekeningen (commercieel rijbewijs), kunnen ook worden gecontroleerd.
4. Rijrecord:
Sommige politiediensten kunnen mobiele apparaten of computers gebruiken om ter plekke toegang te krijgen tot uw rijgegevens. Hiermee kunnen verkeersovertredingen, ongelukken of veroordelingen uit het verleden die verband houden met uw rijbewijs aan het licht komen. Een slecht rijgedrag kan aanleiding geven tot zorgen en tot verdere ondervraging of actie door de agent.
5. Warrantcheques:
In bepaalde situaties kan de officier een bevelscontrole uitvoeren om te zien of er openstaande arrestatiebevelen zijn die verband houden met uw naam of voertuig. Als die er zijn, kan dit leiden tot een aanhouding of verder onderzoek.
6. Naleving van verkeersregels:
De politieagent kan controleren of u zich aan de verkeersregels en -voorschriften heeft gehouden, waaronder het naleven van de snelheidslimieten, het juiste gebruik van signalen en het rijden zonder afleiding (zoals het gebruik van een telefoon tijdens het rijden).
7. Aanvullende vragen:
Afhankelijk van de omstandigheden kan de officier aanvullende vragen stellen over uw bestemming, het doel van de reis, of verzoeken dat u een nuchterheidstest ondergaat als er een vermoeden bestaat van alcoholmisbruik.
8. Documentatie van de interactie:
De politieagent kan het contact documenteren en een proces-verbaal opmaken als er een verkeersovertreding wordt geconstateerd. Deze dagvaarding bevat details over de overtreding en de vereiste reactie (zoals het betalen van een boete of het verschijnen voor de rechter).
9. Advies voor veilig rijden:
In sommige gevallen kan de politieagent veiligheidstips of educatieve informatie geven om verantwoord rijgedrag te bevorderen.
Het is belangrijk om tijdens dit proces samen te werken met de politieagent, nauwkeurige informatie te verstrekken en uw rijbewijs en andere vereiste documenten snel en respectvol te presenteren.