1. Draai de contactsleutel naar de eerste stand (maar start de motor niet).
2. Druk op de knop "TRIP" op het instrumentenpaneel totdat het display het service-interval weergeeft.
3. Houd de knop "OK" een paar seconden ingedrukt totdat de service-intervalweergave begint te knipperen.
4. Gebruik de pijltjestoetsen op het stuur om het service-interval op de gewenste waarde (in kilometers of mijlen) in te stellen.
5. Druk nogmaals op de knop "OK" om het nieuwe service-interval te bevestigen.
6. Zet het contact af en start de motor opnieuw.
De service-indicator moet nu worden gereset.