Een bandenspanningscontrolesysteem, of TPMS, is standaard in voertuigen die sinds 2008 zijn gebouwd. Sensoren detecteren wanneer de bandenspanning onder normaal daalt en geven een indicatielampje op uw dashboard aan. Dit waarschuwingslampje geeft aan dat een of meer banden mogelijk moeten worden opgepompt. Maar er is meer aan uw TPMS dan op het eerste gezicht lijkt. Dit is wat u moet weten over deze belangrijke veiligheidsfunctie.
TPMS is meer dan alleen een veiligheidsfunctie
Een belangrijk veiligheidskenmerk is een systeem dat een lage bandenspanning bewaakt en u hiervan op de hoogte stelt. Banden met een te lage druk zijn gevaarlijk omdat ze kunnen leiden tot klapbanden. De remweg neemt aanzienlijk toe als u met te weinig opgepompte banden rijdt. Bovendien presteren banden die onvoldoende lucht hebben, slecht op de weg omdat ze geen grip en reactievermogen hebben.
Maar TPMS is meer dan een veiligheidsfunctie. Banden met een lage druk kunnen een overbelasting worden van uw brandstofverbruik en uw portemonnee. Zachtere banden met een te lage bandenspanning dwingen uw motor om meer energie te gebruiken om uw auto voort te stuwen. Als er onvoldoende lucht in uw banden zit, daalt uw brandstofverbruik tot wel 3 procent.
Uw banden zullen ook verhoogde en ongelijkmatige slijtage van het loopvlak ervaren, wat niet kan worden verholpen met een eenvoudige bandenrotatie. Een compleet nieuwe bandenaankoop wordt noodzakelijk.
TPMS detecteert druk op twee manieren
TPMS-systemen zijn afhankelijk van een van de twee verschillende methoden om de bandenspanning in uw auto te detecteren.
Directe methode
In elk wiel zit een druksensor die bij een te lage bandenspanning informatie over de bandenspanning doorstuurt naar je dashboard. Helaas wordt deze directe detectiemethode blootgesteld aan weers- en andere omgevingsfactoren die de metingen kunnen verstoren. Batterijen die deze sensoren van stroom voorzien, kunnen na verloop van tijd ook defect raken of niet meer werken.
Indirecte methode
In plaats van een extra druksensor voor elke band, bepalen indirecte drukmethoden de druk met behulp van bestaande ABS- en ESC-wielsnelheidssensoren. Deze sensoren meten kleine verschillen in banddiameters tijdens het rijden. Zachtere of te weinig opgepompte banden hebben een iets kleinere diameter dan normale banden en zorgen ervoor dat het systeem een signaal naar uw dashboard stuurt.
Verschillende automerken en -modellen gebruiken een van deze methoden om u te laten weten dat een of meer banden bijna leeg zijn.
TPMS-licht kan defect raken
Soms blijft het signaal op uw dashboard branden, zelfs nadat u de druk heeft gecontroleerd en uw banden heeft opgepompt. Verschillende redenen voor dit fenomeen zijn gemakkelijk te controleren.
Recente temperatuurdaling
De bandenspanning daalt ongeveer een pond voor elke 10 graden temperatuurdaling. Een plotselinge koudegolf kort na het vullen van een band kan de reden zijn dat uw lampje blijft branden. Controleer elke maand uw druk met een betrouwbare meter om ervoor te zorgen dat de druk constant blijft. De meest nauwkeurige meting vindt plaats voordat u uw auto start en gaat rijden.
Langzaam bandenlek
Een signaallampje kan blijven branden als de band langzaam lekt. Als u uw banden altijd met lucht vult maar nog steeds het lampje op uw dashboard ziet, laat dan uw banden controleren op een spijker of een andere lekke band die voortdurend langzame lekkage veroorzaakt.
Recente bandenvervanging
Een bandenwissel kan het TPMS in de velg onbedoeld beschadigen. Controleer de volgende keer het bandenspanningslampje direct na het vervangen van een band om een foutieve meting uit te sluiten.
Een TPMS is gebaseerd op mechanische componenten die defect kunnen raken. Als u na het vullen van de banden nog steeds een waarschuwingslampje voor de spanning ziet en een langzaam lek uitsluit, is de kans groot dat het TPMS is beschadigd. Maar rijd niet rond terwijl het lagedruklampje nog brandt.
Alleen een betrouwbare monteur is opgeleid om toegang te krijgen tot uw TPMS en deze te diagnosticeren. Bezoek de Evans Tyre &Service Centers voor hulp wanneer u problemen ondervindt met uw bandenspanningscontrolesysteem.