1. Controleer de batterij:
- Zorg ervoor dat de accu goed is aangesloten en dat er geen losse verbindingen zijn.
- Controleer de accupolen op tekenen van corrosie of schade. Maak ze indien nodig schoon.
- Als de batterij oud (3 jaar of ouder) of zwak is, moet deze mogelijk worden vervangen.
2. Bougies controleren:
- Verwijder de bougies en inspecteer ze op eventuele schade of overmatige slijtage.
- Controleer de bougies op de juiste afstand volgens de specificaties van de fabrikant.
- Als de bougies versleten of beschadigd zijn, vervang ze dan.
3. Controleer de bougiekabels:
- Inspecteer de bougiekabels op tekenen van schade of scheuren.
- Zorg ervoor dat de draden stevig zijn aangesloten op de bougies en de verdeler.
- Vervang beschadigde of gebarsten bougiekabels.
4. Brandstofsysteem controleren:
- Controleer de brandstofleiding op eventuele lekkages of verstoppingen.
- Zorg ervoor dat er voldoende benzine in de tank zit en dat het brandstoffilter niet verstopt is.
- Reinig of vervang indien nodig het brandstoffilter.
- Controleer de brandstofpomp en zorg ervoor dat deze goed functioneert.
5. Controleer het ontstekingssysteem:
- Inspecteer de verdelerkap en rotor op tekenen van slijtage of schade.
- Zorg ervoor dat de verdeler goed gesynchroniseerd is met de motor.
- Test de bobine om er zeker van te zijn dat deze goed functioneert.
6. Controleer starter:
- Controleer de startmotor en de solenoïde op tekenen van schade of slijtage.
- Zorg ervoor dat de startmotor goed op de accu is aangesloten.
- Test de startmotor om er zeker van te zijn dat deze goed functioneert.
7. Luchtfilter controleren:
- Controleer het luchtfilter en zorg ervoor dat het niet verstopt is. Een vuil of verstopt luchtfilter kan startproblemen veroorzaken.
- Reinig of vervang indien nodig het luchtfilter.
8. Controleer zekeringen en relais:
- Controleer de zekeringen en relais van het ontstekings- en brandstofsysteem op doorgebrande zekeringen of defecte relais.
- Vervang eventuele doorgebrande zekeringen of defecte relais.
9. Controleer de contactschakelaar:
- Controleer de contactschakelaar op tekenen van slijtage of schade.
- Zorg ervoor dat de contactschakelaar goed is aangesloten.
10. Computerproblemen:
- Als alle bovenstaande componenten goed functioneren, kan er een probleem zijn met de computer of software van de auto. Dit kan een professionele diagnose en reparatie vereisen.
*Opmerking: Als u niet vertrouwd bent met of geen ervaring heeft met autoreparaties, is het raadzaam om uw auto naar een gekwalificeerde monteur te brengen voor een juiste diagnose en reparatie.***