Een standaardband bestaat uit verschillende onderdelen, zoals de carrosserielagen, stalen riemen en hielbundel. Zodra een bandenbouwmachine deze componenten heeft geassembleerd, beginnen de ruwe afmetingen en vorm van een band vorm te krijgen. Op dit punt worden de verschillende stukken echter slechts losjes bij elkaar gehouden en is de band in wezen gewoon glad rubber. De loopvlakpatronen die een band zijn tractie geven, worden toegevoegd door deze door een uithardingsmachine te laten lopen. Net als bij een wafelijzer, vormt de uithardingsmachine de tractiepatronen en markeringen op een band. De warmte die dit proces genereert, dient ook om de verschillende componenten van de band samen te smelten. Dit is wat bekend staat als vulkaniseren. Dit proces wordt gevolgd door verschillende afwerkingsprocedures. Nadat de band een aantal standaardinspecties heeft ondergaan, is het fabricageproces voltooid.
Er zijn veel verschillende markeringen die op een standaardband voorkomen. Als er bijvoorbeeld een "P"-symbool op de zijwand staat, betekent dit dat de band is gemaakt voor gebruik op een personenauto. Andere veel voorkomende aanduidingen zijn "LT", wat staat voor lichte vrachtwagen, en "T", wat staat voor tijdelijke band. Als u naar uw band kijkt, ziet u ook de verschillende kwaliteiten die aan een band worden toegekend als onderdeel van het Uniform Tyre Quality Grading-systeem. Andere markeringen op uw banden geven de bandbreedte, het bandtype, de hoogte-breedteverhouding, de velgdiameter en het constructietype aan. De servicebeschrijvingsmarkeringen van een band geven een aantal dingen aan. Ten eerste wordt het maximale nominale laadvermogen van een band aangegeven met een getal -- een hoger getal betekent een hoger laadvermogen. De andere servicebeschrijving is een snelheidsclassificatie. Naast het draagvermogennummer vindt u een letter die de hoogst toegestane snelheid voor een bepaalde band symboliseert.