Auto >> Automobiel >  >> Motor

Hoe verschillen warme en koude bougies in ontstekingssystemen?

Auto-ontstekingen gebruiken bougies om elektriciteit over een opening te overbruggen, een beetje zoals een bliksemschicht. Om de elektriciteit over de kloof te laten komen en een krachtige vonk te maken, moet deze op een zeer hoge spanning staan. Dat betekent dat de spanning bij een bougie normaal gesproken ergens tussen de 40.000 en 100.000 volt ligt. Om ervoor te zorgen dat de elektriciteit naar de elektrode gaat en de opening naar het motorblok springt, heeft de bougie een geïsoleerde doorgang nodig. De bougie moet ook de extreme hitte in de cilinder van de motor aankunnen. Bovendien kan het niet toelaten dat brandstofadditieven zich opstapelen en problemen veroorzaken.

Daarom heeft een bougie een keramisch inzetstuk:om de bougie te beschermen tegen afzettingen en om ervoor te zorgen dat de vonk alleen aan het uiteinde van de elektrode plaatsvindt en nergens anders op de bougie. Omdat keramiek de warmte niet goed geleidt, wordt de bougie-isolatie erg heet tijdens gebruik, wat de afzettingen van de elektrode die het beschermt, verbrandt. Een hete bougie is een bougie waarvan het keramische inzetstuk een kleiner contactoppervlak heeft met het metalen deel van de bougie dan een koude bougie. Hot plugs zorgen voor minder warmteoverdracht van het keramiek en verbranden dus meer afzettingen. Ondertussen worden koude stekkers niet zo heet.

Autofabrikanten bepalen welk type stekker in elke auto moet worden gebruikt. Wanneer auto's krachtige motoren hebben, genereren ze meer warmte. Daarom zijn ze beter af met koudere pluggen. Als de bougie te heet zou worden, zou deze de brandstof ontsteken voordat de vonk zelfs maar afging. Daarom is het erg belangrijk om het specifieke type stekker te gebruiken dat in uw autohandleiding wordt voorgeschreven.