- Thermische uitzetting :Naarmate de temperatuur stijgt, zetten de metalen onderdelen van de brandstofinjector, inclusief het injectorlichaam en het mondstuk, uit. Deze uitzetting kan ervoor zorgen dat de injector vast komt te zitten in de cilinderkop, waardoor deze niet goed kan openen en sluiten.
- Gereduceerde koeling :De omgeving met hoge temperaturen rond de brandstofinjector kan de effectiviteit van het koelsysteem verminderen. Dit kan leiden tot oververhitting van de injector, wat de interne componenten kan beschadigen en carbonisatie kan veroorzaken.
- Brandstofafbraak :De hoge temperaturen bij HFO kunnen ervoor zorgen dat de dieselbrandstof ontbindt, waardoor koolstofafzettingen ontstaan op het injectormondstuk en andere oppervlakken. Deze afzettingen kunnen de goede werking van de injector verstoren, waardoor een slechte brandstofverneveling, onvolledige verbranding en verhoogde emissies ontstaan.
- Snelle drukveranderingen :De hogedrukomgeving in de cilinder van de dieselmotor tijdens de verbranding kan snelle drukveranderingen veroorzaken. Deze drukschommelingen kunnen leiden tot overmatige trillingen en spanning op de brandstofinjector, wat kan bijdragen aan oververhitting en verkoling.
- Onvoldoende smering :De omgeving met hoge temperaturen kan ook de effectiviteit van de smeerolie verminderen, wat leidt tot verhoogde wrijving en slijtage van de injectorcomponenten. Dit kan verder bijdragen aan oververhitting en carbonisatie.
Om deze problemen te voorkomen, is het belangrijk om de juiste bedrijfstemperaturen te handhaven, te zorgen voor voldoende koeling van de brandstofinjectoren en dieselbrandstof van hoge kwaliteit te gebruiken die is samengesteld om hoge temperaturen te weerstaan. Regelmatig onderhoud en inspectie van de brandstofinjectoren zijn ook essentieel om oververhitting en carbonisatie te voorkomen, waardoor optimale motorprestaties en een lange levensduur worden gegarandeerd.