A. Maak de massakabel van de accu los.
B. Stel een digitale multimeter in om de weerstand te meten (meestal aangegeven met een omega-symbool).
C. Plaats één multimeterkabel op de "hete" aansluiting van de doorgebrande zekering (de klem aangesloten op het accessoirecircuit) en de andere multimeterkabel op de minpool van de accu.
D. Zoek naar een zeer lage weerstandswaarde . Als u een lage weerstandswaarde krijgt, is er kortsluiting tussen de "hete" aansluiting en aarde.
e. Begin met het inspecteren van de accessoirebedrading op slijtage, beknelling of schade die kortsluiting kan veroorzaken.
2. Controleer het contactslot kort:
A. Maak de massakabel van de accu los.
B. Stel een multimeter in om de weerstand te meten.
C. Sluit één multimeterkabel aan op de ACC-aansluiting van de contactschakelaar en de andere kabel op een bekend goed massapunt (zoals de minpool van de accu).
D. Zoek naar een zeer lage weerstandswaarde . Als u een lage weerstand vindt, duidt dit op een kortsluiting tussen de ACC-aansluiting en aarde.
3. Controleer sleutelcilinder:
A. Haal de sleutel uit het contact.
B. Gebruik een schroevendraaier of een blanco sleutel om het contactslot rechtsom te draaien totdat het niet verder kan.
C. Houd de ontgrendelingsknop van de sleutelcilinder ingedrukt.
D. Trek de sleutelcilinder uit de behuizing en inspecteer de bedrading.
e. Controleer de bedrading op beschadigingen of blootliggende draden.
4. Controleer accessoirerelais:
A. Zoek het accessoirerelais in uw motorfiets (raadpleeg de servicehandleiding van uw motorfiets voor de exacte locatie).
B. Haal het relais uit de fitting.
C. Schud zachtjes en luister naar het relais. Als u losse onderdelen binnenin hoort rammelen, is het relais mogelijk defect en veroorzaakt dit het probleem.
5. Controleer zekeringblokaansluitingen:
A. Zoek het zekeringenblok of het zekeringenpaneel in uw motorfiets.
B. Verwijder het deksel van het zekeringenblok om de zekeringen bloot te leggen.
C. Controleer de aansluiting van de doorgebrande zekering(en). Zorg ervoor dat de zekering(en) goed in hun houders zitten en dat er geen corrosie of schade aan de contacten van het zekeringblok is.
6. Andere elektrische componenten:
A. Als alle bovenstaande controles geen resultaat opleveren, is er mogelijk een probleem met andere elektrische componenten die op het accessoirecircuit zijn aangesloten.
B. Koppel alle aftermarket-accessoires of apparaten los die mogelijk op het accessoirecircuit zijn aangesloten en controleer of de zekering nog steeds doorbrandt.
*Vergeet niet om de massakabel van de accu opnieuw aan te sluiten en de werking van het accessoire te testen na elke controle en reparatie. Als de zekering blijft doorbranden, raden we u aan een gekwalificeerde motormonteur of een ervaren auto-elektricien te raadplegen om het probleem verder te diagnosticeren en op te lossen. *