Gereedschappen en materialen:
1. Nieuwe remvloeistof (DOT 3 of DOT 4, volgens de aanbeveling van uw voertuig)
2. Trechter
3. Ontluchtingssleutel of tang
4. Sleutel of ratel
5. Maak de slang schoon
6. Schone vodden
7. Handschoenen
Instructies:
1. Veiligheid eerst:Zorg ervoor dat de auto op een vlakke ondergrond geparkeerd staat en dat de motor is uitgeschakeld en afgekoeld. Schakel de parkeerrem in.
2. Zoek het remvloeistofreservoir:Het remvloeistofreservoir is doorgaans een doorzichtige plastic container in de motorruimte.
3. Verwijder de reservoirdop:Draai voorzichtig de dop van het remvloeistofreservoir los. Wees voorzichtig, er kan remvloeistof gemorst worden.
4. Bevestig de slang aan de ontluchtingsklep:Selecteer het wiel dat het verst van de hoofdcilinder verwijderd is (meestal het rechter achterwiel). Zoek de ontluchtingsklep op de remklauw van dat wiel. Sluit het ene uiteinde van de doorzichtige slang aan op de ontluchtingsklep en plaats het andere uiteinde in een doorzichtige container.
5. Open de ontluchtingsklep:Gebruik de sleutel of ontluchtingssleutel om de ontluchtingsklep los te draaien en een beetje te openen. Hierdoor kan de oude remvloeistof naar buiten stromen.
6. Controleer het vloeistofpeil:Houd het vloeistofpeil in het reservoir in de gaten en zorg ervoor dat het niet te laag zakt. Als het vloeistofniveau te laag wordt, kan er lucht in het systeem terechtkomen, waardoor sponzige remmen ontstaan.
7. Nieuwe vloeistof toevoegen:Terwijl de oude vloeistof wegloopt, begint u nieuwe remvloeistof in het reservoir te gieten. Gebruik de trechter om morsen te voorkomen.
8. Zorg voor een assistent:Het is handig om een assistent het rempedaal te laten inpompen terwijl u de vloeistofstroom controleert en het reservoir bijvult.
9. Sluit de ontluchtingsklep:Zodra er schone en heldere vloeistof uit de ontluchtingsklep komt, sluit u de klep stevig met behulp van de sleutel of een tang.
10. Herhaal dit voor andere wielen:Ga naar het volgende wiel en volg de volgorde:rechts achter, links achter, rechts voor, links voor.
11. Vloeistofniveaus controleren:Nadat alle vier de wielen zijn voltooid, controleert u nogmaals het vloeistofniveau in het reservoir en vult u indien nodig bij.
12. Vervang de reservoirdop:Schroef de dop terug op het remvloeistofreservoir.
13. Remmen testen:Trap het rempedaal enkele keren zachtjes in om een stevig en consistent gevoel te garanderen. Als het pedaal sponzig aanvoelt, zit er mogelijk lucht in het systeem en moet u het ontluchtingsproces herhalen.
Houd er rekening mee dat remvloeistof de lak en de huid kan beschadigen. Houd vodden in de buurt om gemorst materiaal op te ruimen en draag handschoenen om uzelf te beschermen. Als u niet graag met de remmen werkt of niet zeker weet welke stappen u moet nemen, kunt u het beste een professionele monteur raadplegen.