Waarom gaat mijn 230 slk cabriokap niet naar beneden?

1. Het peil van de hydraulische vloeistof is laag.

Controleer het hydraulische vloeistofpeil door de kofferbak te openen en het hydraulische reservoir te lokaliseren. Het reservoir is een doorzichtige plastic tank met een zwarte dop. Het vloeistofpeil moet zich tussen de markeringen “MIN” en “MAX” op de tank bevinden. Als het vloeistofpeil laag is, voeg dan voldoende hydraulische vloeistof toe om het tot aan de “MAX”-markering te brengen.

2. Defecte hydraulische pomp.

De hydraulische pomp is verantwoordelijk voor het leveren van de hydraulische druk die de cabrioletkap aandrijft. Als de pomp defect is, kan deze niet voldoende druk genereren om de bovenkant te openen. U kunt de pomp testen door een vinger op de uitlaatpoort te plaatsen. Als u zuigkracht voelt, werkt de pomp goed.

3. Verstopte hydraulische leidingen.

De hydraulische leidingen zijn de slangen die de hydraulische vloeistof van de pomp naar de cabriokapcilinders transporteren. Als de leidingen verstopt zijn, kan de vloeistof de cilinders niet bereiken. U kunt de leidingen controleren op verstoppingen door ze te inspecteren op knikken of beschadigingen.

4. Defecte cabriokapcilinders.

De cabriokapcilinders zijn de apparaten die de kap omhoog en omlaag brengen. Als de cilinders defect zijn, kunnen ze de bovenkant niet bedienen. U kunt de cilinders testen door er luchtdruk op toe te passen. Als de cilinders lucht lekken, zijn ze defect en moeten ze worden vervangen.

5. Defecte schakelaar voor het cabriodak.

De cabriokapschakelaar is de schakelaar waarmee u het dak bedient. Als de schakelaar defect is, kan deze geen signaal naar de pomp sturen om de bovenkant te openen. U kunt de schakelaar testen door de elektrische stroom te controleren met een voltmeter. Als er geen stroom is, is de schakelaar defect en moet deze worden vervangen.

7. Defecte cabriokapmodule.

De cabriokapmodule is de computer die de werking van het dak regelt. Als de module defect is, kan deze niet de juiste signalen naar de pomp en cilinders sturen. U kunt de module testen via een diagnostische scan. Als er een foutcode is, moet de module mogelijk opnieuw worden geprogrammeerd of vervangen.