Uitleg:
Voor elke arbeidsslag maakt de motor twee omwentelingen. Om 200 krachtslagen per minuut te maken, moet de motor 200 * 2 =400 tpm draaien. De startmotor moet de motor op tweemaal dit toerental laten draaien, oftewel 400 * 2 =800 RPM. Met een reductie van 2:1 van starter tot vliegwiel vertaalt zich dit in 800/2 =400 gemiddeld starteromwentelingen per minuut.