Naast machinegeweren trainden bommenwerpers ook met een verscheidenheid aan andere wapens, waaronder:
* 20 mm kanonnen: Deze waren groter en krachtiger dan machinegeweren, en ze konden een granaat van 20 mm afvuren met een mondingssnelheid van ongeveer 3.600 voet per seconde. Kanonnen werden doorgaans gebruikt om vijandelijke vliegtuigen en gronddoelen aan te vallen.
* Machinegeweren van 50 kaliber: Deze waren zelfs groter en krachtiger dan 20 mm kanonnen, en ze konden een kogel van .50-kaliber afvuren met een mondingssnelheid van ongeveer 900 meter per seconde. Machinegeweren van .50-kaliber werden doorgaans gebruikt om vijandelijke vliegtuigen aan te vallen.
* Bommen: Bommenwerpers trainden ook met een verscheidenheid aan bommen, waaronder explosieve bommen, brandbommen en fragmentatiebommen. Bommen werden doorgaans gebruikt om gronddoelen aan te vallen.