1. Inlaatslag :
- De zuiger beweegt naar beneden in de cilinder, waardoor een lagedrukgebied ontstaat.
- Een mengsel van brandstof en lucht (bij benzinemotoren) of lucht (bij dieselmotoren) wordt via een inlaatklep in de cilinder gezogen.
2. Compressieslag :
- De zuiger beweegt omhoog in de cilinder, comprimeert het lucht-brandstofmengsel of lucht, waardoor de druk en temperatuur aanzienlijk toenemen.
3. Krachtslag :
- Bovenaan de compressieslag ontsteekt een bougie (bij benzinemotoren) het gecomprimeerde lucht-brandstofmengsel, waardoor een gecontroleerde explosie ontstaat.
- Deze snelle expansie van gassen genereert een hoge druk, waardoor de zuiger met enorme kracht naar beneden wordt gedrukt.
- De neerwaartse beweging van de zuiger creëert mechanische energie.
4. Uitlaatslag :
- Wanneer de zuiger de bodem van de cilinder bereikt, gaat een uitlaatklep open.
- De zuiger beweegt weer omhoog, waardoor de uitlaatgassen uit de cilinder en door het uitlaatsysteem worden gedrukt.
5. De cyclus herhalen :
- De motor herhaalt deze vier slagen voortdurend achter elkaar:inlaat, compressie, vermogen en uitlaat.
- De krukas zet de heen en weer gaande beweging van de zuiger om in een roterende beweging, die vervolgens wordt overgebracht naar de propeller of andere mechanismen om stuwkracht te genereren en het vliegtuig voort te stuwen.
Bijkomende componenten en systemen spelen een cruciale rol bij het functioneren van de zuigermotor van een vliegtuig, zoals onder meer brandstofinjectiesystemen, ontstekingssystemen, koelsystemen en smeersystemen. Efficiënt motorontwerp, materiaalkeuze en nauwkeurige techniek zorgen ervoor dat deze motoren betrouwbare prestaties en vermogen leveren voor verschillende soorten vliegtuigen.