1. Gebruik een OBD-II-scanner. OBD-II (On-Board Diagnostics II) is een systeem waarmee u diagnostische foutcodes (DTC's) kunt lezen van de motorregeleenheid (ECU) van uw auto. De meeste moderne voertuigen hebben een OBD-II-poort, die zich meestal onder het dashboard bevindt. U kunt een OBD-II-scanner kopen bij een auto-onderdelenwinkel of online. Zodra u een scanner heeft, kunt u deze op de OBD-II-poort aansluiten en de DTC's lezen. Dit geeft u een beter idee van de oorzaak van het gasverbrandingsprobleem.
2. Controleer de brandstofdruk. De brandstofdruk moet tussen 40 en 60 psi liggen. Als de brandstofdruk te laag is, kan de motor armer worden en meer benzine verbranden.
3. Controleer het ontstekingstijdstip. Het ontstekingstijdstip moet worden ingesteld volgens de specificaties van de fabrikant. Als het ontstekingstijdstip niet goed is, kan de motor heet worden en meer gas verbranden.
4. Vervang de zuurstofsensor. De zuurstofsensor meet de hoeveelheid zuurstof in het uitlaatgas. Als de zuurstofsensor defect is, kan dit ervoor zorgen dat de motor rijk wordt en meer gas verbrandt.
5. Vervang de bougies. Versleten bougies kunnen ervoor zorgen dat de motor niet goed werkt en meer gas verbrandt.
6. Reinig het gasklephuis. Een vuil gasklephuis kan de luchtstroom beperken en ervoor zorgen dat de motor rijk wordt en meer gas verbrandt.
Als u het niet prettig vindt om deze taken zelf uit te voeren, kunt u uw auto naar een gekwalificeerde monteur brengen.